Recept: aardbeientaartjes met banketbakkersroom

Ingrediënten voor 12 gebakjes:

• 200 gr. bloem
• 125 gr. roomboter (direct uit de koelkast)
• 100 gr. basterdsuiker
• 1 eierdooier
• 1/4 tl. zout
• 12 grote (of 24 kleine) aardbeien
• poedersuiker ter decoratie
• 50 gr. chocolade (reep)

Ingrediënten voor banketbakkersroom:

Geen tijd/zin om deze room zelf te maken? In onze streekwinkel verkopen wij verse banketbakkersroom (in ons koelvak)!

• 250 ml. volle melk
• 75 gr. (fijne) kristalsuiker
• 2 eierdooiers
• 1 el. bloem
• 1 vanillestokje

Bereiding:

1. We beginnen met het maken van het deeg. Dit doen we door 200 gr. bloem en 100 gr. suiker boven een grote kom te zeven en daar het zout en de in kleine blokjes gesneden (koude!) roomboter bij te doen. Met een vork prakt u de roomboter door het bloemmengsel en daarna voegt u de eierdooier toe.
2. Kneed het deeg nu met uw handen tot het goed begint te plakken en u er een mooie bal van kan vormen. Wikkel de bal deeg in huishoudfolie en laat deze een half uur in de koelkast opstijven. Tijdens het opstijven van het deeg kunt u vast beginnen met de banketbakkersroom. Verwarm ook vast uw oven voor op 160 graden en zet 12 met boter ingevette vormpjes of een ingevet muffinblik klaar op een bakplaat.
3. Om het banketbakkersroom te maken snijd u het vanillestokje in de lengte open en schraapt u met een scherp mesje het merg eruit. Breng in een pannetje de melk met ongeveer de helft van de suiker, het merg en het uitgeschraapte vanillestokje aan de kook terwijl u af en toe goed roert. Ondertussen mengt u in een aparte kom de twee eierdooiers met de rest van de suiker en de bloem.
4. Zodra de melk kookt haalt u de vanillestokjes eruit en giet u een beetje melk bij het dooiermengsel, roer even goed door elkaar en giet het daarna in de melk. Breng opnieuw aan de kook, laat 3 minuten op een laag vuurtje staan en giet het daarna in een ondiepe schaal. Dek het mengsel nu af met huishoudfolie en laat ook dit ongeveer een half uurtje afkoelen. Door er een velletje huishoudfolie overheen te leggen voorkomt u dat er een vel ontstaat.
5. Haal het opgestijfde deeg uit de koelkast, bestrooi u werkblad met bloem en sla de bol deeg plat tot een plak. Rol verder uit met een deegroller (strooi nog een beetje bloem op het deeg) tot een plak van een paar millimeter dik, steek hier met de steekvorm een rondje uit en doe deze in een vormpje. Beetje aandrukken op de bodem en de randjes die uitsteken eraf vegen. Herhaal dit tot u alle vormpjes hebt gevuld, u zal af en toe de restjes deeg weer moeten kneden en platrollen om alle 12 rondjes te krijgen.
6. Prik met een vorkje of mesje kleine gaatjes in de bodem van het deeg en zet deze ongeveer 20 minuten in de voorverwarmde oven. Zodra het deeg mooi goudbruin wordt zijn de taartvormpjes klaar en kunt u deze voorzichtig uit de vormpjes halen. Ik doe dit door ze van een lage hoogte omgekeerd op het aanrecht te laten vallen, als u het vormpje dan optilt blijft het taartje op het aanrecht staan. Eventueel moet u dit een paar keer herhalen. Laat de taartjes op een vel bakpapier verder afkoelen.
7. Smelt intussen de chocolade au bien-marie, dit doet u door de chocolade in een bakje te leggen dat je in een pannetje water laat staan. Het water moet tot halverwege de buitenkant van het bakje komen. Breng het water aan de kook tot de chocolade gesmolten is en smeer met een kwastje de binnenkant van de taartjes in met chocolade. Dit geeft een lekker smaakje en zorgt ervoor dat de taartjes niet te vochtig worden als u deze straks vult.
8. Haal het folie van de afgekoelde en inmiddels dik geworden banketbakkersroom en lepel dit in een spuitzak. Verdeel de room over de 12 taartjes tot deze op is en snijd de aardbeien in plakjes. Bedek het banketbakkersroom met plakjes aardbei en strooi er wat poedersuiker overheen zodat uw taartjes een beetje een wit randje krijgen.*Deze aardbeienaartjes zijn het lekkerst als u ze op dezelfde dag nog opeet. U kunt ze eventueel een dagje bewaren in de koelkast maar het deeg zal dan iets zachter zijn geworden.